For best experience please turn on javascript and use a modern browser!
You are using a browser that is no longer supported by Microsoft. Please upgrade your browser. The site may not present itself correctly if you continue browsing.
‘Het aantal demonstraties in Amsterdam groeit explosief’, kopt het NRC begin september. Ook het gras op het Malieveld in Den Haag heeft het zwaar te verduren de afgelopen maanden. Maar wat zegt de toename van demonstraties in Nederland over onze democratie? En heeft het eigenlijk wel zin om de straat op te gaan?

Het korte antwoord op die laatste vraag is ‘Ja’, zegt faculteitshoogleraar sociologie Jan Willem Duyvendak. Hij doet al jaren onderzoek naar protest en sociale bewegingen. ‘Demonstraties zijn een boodschap aan de politici, of ze nu luisteren of niet. Burgers die zich verenigen op straat trekken aandacht, waardoor de politiek er iets mee moet.’

Copyright: UvA
Halsema blijft herhalen dat iedereen het recht heeft om te demonstreren. Jan Willem Duyvendak

De invloed van een protest is tegelijkertijd moeilijk te meten, geeft Duyvendak aan. ‘Niet elk spandoek zorgt meteen voor een nieuwe wet. Sommige protesten zijn ook niet direct tegen de politiek gericht. De Black Lives Matter-beweging begon als een protest tegen politiegeweld in Amerika, maar groeide uit tot een groter protest tegen racisme wereldwijd. Zelfs als er geen directe beleidsverandering komt, zorgen demonstraties ervoor dat onderwerpen op de politieke agenda komen. Ze veranderen machtsverhoudingen en laten zien dat er onrust is in de samenleving.’

Protest als graadmeter van een gezonde democratie

Hoe een land omgaat met protest, zegt veel over de staat van de democratie, legt Duyvendak uit. ‘In Nederland is de overheid meestal positief tegenover demonstranten. Femke Halsema blijft herhalen dat iedereen het recht heeft om te demonstreren. Ook leiden protesten hier niet snel tot escalaties. De campusprotesten op de UvA en het recente extreemrechtse geweld in Den Haag zijn uitzonderingen, maar betekenen nog geen blijvende verandering.’

Tractors rijden door het stadscentrum.

Dat open karakter zie je ook terug in de politiek zelf. ‘In ons systeem krijgen betrokken burgers een plek. Ontevreden boeren voelden zich lange tijd niet gehoord in Nederland, maar zitten nu met de BBB in de Tweede Kamer. Caroline van der Plas heeft een hele groep helpen emanciperen en succesvol mobiliseren. Ik vond het niet leuk dat er tractors door de stad reden, maar effectief was het wel.’ 

Steeds meer Nederlanders doen mee aan het publieke debat, ziet Duyvendak. ‘Steeds meer mensen doen mee aan enquêtes, ondertekenen petities en doneren aan actiegroepen. Ook mensen met een lagere opleiding of minder groot sociaal netwerk. Het NOS Journaal gaat bij ieder nieuwsitem de markt op om mensen naar hun mening te vragen, uit angst om ‘praktisch geschoolden’ over het hoofd te zien. Meer demonstraties betekent niet per se meer onvrede en dus ook niet meer problemen.'

Copyright: UvA
Radicale protesten trekken aandacht, maar kunnen steun van de twijfelende burger verliezen. Jan Willem Duyvendak

'Het betekent dat we in een systeem leven waarin steeds meer mensen zich op verschillende manieren kunnen en willen uitspreken. Het helpt dat we in Nederland geen kiesdrempel hebben, er veel adviesraden en overlegstructuren zijn waar je je zorgen kunt uitspreken, en een bestuurscultuur die burgers serieus neemt.’

Hoe krijg je aandacht voor een protest?

Vroeger bepaalden nieuwsredacties welke protesten aandacht kregen. Nu kunnen demonstranten zichzelf laten zien via sociale media. Toch is er volgens Duyvendak nog steeds een soort logica in wat nieuws wordt:

Massaliteit: ‘Hoe meer mensen meedoen, hoe moeilijker het is om het te negeren. Kijk naar de Rode Lijn-protesten, daar kun je als nieuwsmedia simpelweg niet omheen.’

Extinction Rebellion protesteert op de A12.
  • Radicaliteit: ‘Als het niet groot is, moet het opvallen. Toen Extinction Rebellion op de A12 ging zitten, zorgde dat voor veel aandacht.’
  • Vernieuwing: ‘Een manier van protesteren die nog niet eerder is vertoond, levert ook nieuws op. Zoals het gooien van soep over een Van Gogh-schilderij.’

Toch hebben die strategieën ook nadelen, waarschuwt Duyvendak. ‘Hoe groter een protest, hoe moeilijker dit een volgende keer te overtreffen. Daarnaast is de tiende klimaatmars minder nieuw dan de eerste, dus verdwijnt het schokeffect. Radicale protesten trekken dan juist wel weer aandacht, maar kunnen steun van de twijfelende burger verliezen.’

Een blik over de grens

In andere landen gaat het er heel anders aan toe. In Frankrijk heerst een ‘kookpandynamiek’, aldus Duyvendak. ‘De overheid treedt vaak hard op tegen demonstranten en de demonstranten vechten terug. De Franse overheid ziet protesten eerder als een bedreiging dan als iets wat de democratie sterker maakt.’

De Franse politie grijpt in tijdens een protest in Parijs.

In Duitsland lijkt de houding tegenover protesteren meer op die van Nederland. ‘Na de Tweede Wereldoorlog was er lang wantrouwen tegen actiegroepen. Maar sinds de opkomst van de politieke partij De Groenen is dat veranderd. Toch treedt de Duitse politie nog altijd harder op dan de Nederlandse.’

Protest als teken van vertrouwen

Duyvendak concludeert: ‘Demonstreren is eigenlijk een teken van vertrouwen in de democratie. Dat klinkt misschien vreemd, want veel demonstranten zeggen juist dat ze de overheid niet vertrouwen. Maar het feit dat ze de straat op gaan geeft aan dat ze geloven dat ze iets kunnen veranderen.’

Over Jan Willem Duyvendak

Jan Willem Duyvendak is faculteitshoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam en directeur van het NIAS (Netherlands Institute for Advanced Study) van de KNAW. Zijn huidige onderzoek richt zich op thema’s als de ontwikkeling van de verzorgingsstaat, het gevoel van ‘thuis zijn’ en het wij-zij-denken tussen bevolkingsgroepen.

Prof. dr. W.G.J. (Jan Willem) Duyvendak

Faculty of Social and Behavioural Sciences

Programme group: Political Sociology: Power, Place and Difference