Machteld Hoeve received her MSc in Business Information Science (1996) and MSc in Clinical Psychology (2000) at the VU University Amsterdam. Her work at the VU University Amsterdam after graduation included a study on the international comparison of dealing with mentally disordered offenders. In 2002 she started her PhD research on the relationship between parenting and juvenile delinquency at the Netherlands Institute for the Study of Crime and Law Enforcement (NSCR). From 2007-2009 she worked as a postdoctoral researcher and from 2009-2017 as assistant professor at the Research Institute Child Development and Education (RICDE) of the University of Amsterdam, research group Forensic Child and Youth Care Sciences. From September 1, 2011 until August 31, 2012 she was a Marie Curie research fellow at Columbia University, Division of Child and Adolescent Psychiatry. Currently she is associate professor at RICDE. Her research focuses on the development of juvenile delinquency, in particular risk factors of juvenile delinquency such as family factors, and mental health problems in juvenile justice youth.
Loeber, R., Hoeve, M., Slot, N. W., Van der Laan, P. H. (2015). Jonge criminele die volwassen worden: Wat beïnvloedt hun gedrag en wat is de rol van justitie? Amsterdam: SWP.
In Jonge criminelen die volwassen worden presenteren Rolf Loeber, Machteld Hoeve, Wim Slot en Peter van der Laan internationale en Nederlandse onderzoeksgegevens die de ontwikkeling van deze jonge delinquenten in kaart brengen. Bij de totstandkoming van het boek werkten zij samen met de Amerikaanse studiegroep From Juvenile Delinquency to Adult Crime. De onderzoeksgegevens hebben betrekking op risicofactoren zoals een gebrekkige zelfcontrole, psychische stoornissen, drugsgebruik, een vroege start van crimineel gedrag en het wonen in een achterstandsbuurt. Daarnaast is er aandacht voor sekseverschillen. Ook komen factoren aan bod die een verdere ontwikkeling van crimineel gedrag of een toename in ernst van de delicten kunnen verhinderen. Juist met betrekking tot deze beschermende factoren blijkt nader onderzoek nodig omdat de huidige studies zelden factoren opleveren die tot in de latere volwassenheid ‘werkzaam’ zijn. Een belangrijk thema in het boek is de vraag of een achttienjarige wel in alle opzichten als volwassene kan worden beschouwd. Het is immers bekend dat de rijping van de hersenen pas later, op jongvolwassen leeftijd voltooid wordt. Dit betekent dat planningsvaardigheden en het vermogen impulsen te beheersen bij sommige jonge mensen nog niet optimaal ontwikkeld zijn. Dat kan de kans vergroten dat ze tot crimineel gedrag overgaan. Dit inzicht heeft in Nederland tot een wetswijziging geleid die het mogelijk maakt om bij jongvolwassenen van 18 tot 23 jaar het jeugdstrafrecht toe te passen: het adolescenten strafrecht.
Slotboom, A. M., Hoeve, Ezinga, M., & Van der Helm, P. (2012). Criminele meisjes en vrouwen: Achtergronden en aanpak. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
De afgelopen jaren is het aantal meisjes en vrouwen dat in aanraking is gekomen met politie en justitie gestegen. Kennis over de achtergronden en aanpak van delinquentie bij deze groep is dan ook gewenst, vooral ook omdat het meeste onderzoek in de criminologie gericht is op mannen. Verschillende deskundigen, afkomstig uit de praktijk en de wetenschap, beschrijven niet alleen de stand van zaken in de buitenlandse literatuur, maar ook wat bekend is over criminaliteit bij Nederlandse meisjes en vrouwen. De auteurs gaan in op de delicten die meisjes en vrouwen plegen, hun criminele carrières en mogelijke oorzaken en theoretische verklaringen voor criminaliteit. Hierbij is er specifieke aandacht voor biopsychologische factoren, gezinsfactoren, leeftijdgenoten, psychiatrische stoornissen en etniciteit. Ook specifieke dadergroepen komen aan bod, zoals meisjes en vrouwen die ernstig gewelddadig zijn, zedendelicten plegen, en in de georganiseerde misdaad zitten. Vervolgens geven een aantal auteurs inzicht in risicotaxatie en behandeling van delinquente meisjes. Het laatste deel van het boek richt zich vooral op de achtergronden en aanpak van meisjes en vrouwen die met justitie te maken krijgen, in het bijzonder meisjes en vrouwen die in een JJI of tbs-kliniek zitten, begeleid worden door de reclassering of gedetineerd raken. Bij deze laatste groep wordt ingezoomd op de gevolgen die detentie weer voor hun kinderen heeft.
Loeber, R., Hoeve, M., Slot, N. W., & Van der Laan, P. H. (2012). Persisters and desisters in crime from adolescence into adulthood: Explanation, prevention and punishment. Hampshire: Ashgate Publishing Ltd.
Too many juvenile delinquents persist in their offending into adulthood. They constitute a major burden for individual victims, for businesses and the justice system, all contributing to the total cost of crime for society. Focusing on the transitionbetween juvenile offending and adult crime, this book examines research based on Dutch, European and North-American studies on the persistence and discontinuity of offending between late adolescence and early adulthood. Presenting empirical studies showing why persistence or discontinuity take place, the book provides up-to-date information on preventive and remedial interventions to promote discontinuity of offending amongst young adults.
Loeber, R., Slot, N. W., Van der Laan, P.H., & Hoeve,M., &Graas. D. (2010). Misdadigers van morgen? Over de ontwikkeling en effectieve aanpak van jeugddelinquentie onder twaalfminners [Dutch adaptation of Tomorrow's Criminals]. Amsterdam:SWP.
Dat delinquent gedrag van jonge kinderen een voorbode kan zijn van een criminele loopbaan , vindt steeds meer wetenschappelijke erkenning. Toch richten de meeste interventies zich op adolescenten. Misdadigersvan morgen? biedt een systematisch overzichtvan recent criminologischonderzoek naar jeugddelinquentie. Hoe ontwikkelt delinquent gedrag zich? Zijn er in deze ontwikkeling beschermende en risicofactoren aan te wijzen? En wat zijn de effectenvan interventies op het ontwikkelingsverloop?
Loeber, R., Slot, N. W., Van der Laan, P. H., & Hoeve, M. (2008). Tomorrow's criminals: The development of child delinquency and effective interventions. Hampshire: Ashgate Publishing Ltd.
It has been acknowledged for some years that the early onset of delinquency canpredict a long and serious criminal career. Most resources are targeted at the teenage years but this book arguesconvincingly that more research and interventions should be aimed at child delinquents aged 12 and under. Tomorrow's Criminals addresses key problemsin criminological research and makes studies from the Netherlands more accessible to a wider audience. It provides information and analyses on riskfactorsandreviews screening tools and risk-focused prevention methods. The contributionsincrease visibility and accessibility of European policy and practice in the explanation and prevention of child delinquency.
Blaauw, E., Hoeve, M., Van Marle, H.J.C. & Sheridan, L. (Eds.) (2002). Mentally disordered offenders: International perspectives on how to deal with criminally irresponsible offenders. Den Haag: Elsevier Science.
How do different countries deal with mentally disordered offender? What are the arrangements for suspects who are not fit to stand trial, who have diminished criminal responsibility or who are not criminally responsible? This bookaddresses how Belgium, Canada, England and Wales, Germany, Sweden, and the Netherlands deal with these groups of offenders. The text covers the assessment of mentally disordered offenders, placement in institutions, treatment, (conditional) release, after-care programmes andmany other relevant issues. A comparison of the systemsin these countries is also provided. The book is of interest to all professionals confrontedwith mentally disordered offenders.